Het kan ontzettend frustrerend zijn als je al veel diëten hebt geprobeerd, maar het afvallen niet lijkt te lukken. Hieronder vind je tien redenen waarom het afvallen niet lukt:
1. Insulineresistentie kan inderdaad het afvallen bemoeilijken. Insuline is een hormoon dat wordt geproduceerd door de alvleesklier en helpt bij het reguleren van de bloedsuikerspiegel door glucose uit het bloed naar de cellen te transporteren. Bij insulineresistentie reageren de cellen in het lichaam niet goed op insuline, waardoor het lichaam meer insuline moet produceren om dezelfde effecten te bereiken. Dit kan leiden tot een verhoogde opslag van vet en gewichtstoename.
2. Bioritme: ook wel circadiaanse ritme genoemd, is ons natuurlijke 24-uurs ritme dat wordt gereguleerd door interne klokken in onze cellen. Er is aangetoond dat het eten van voedsel buiten de gebruikelijke tijden waarop je lichaam voedsel verwacht, zoals ‘s nachts, kan leiden tot een verstoord bioritme en kan bijdragen aan gewichtstoename. Bovendien kan slaapgebrek ook leiden tot een verstoord bioritme en kan het een negatieve invloed hebben op de stofwisseling en hormonen die het hongergevoel reguleren.
3. Chronische stress kan een negatieve invloed hebben op het vermogen om af te vallen. Wanneer het lichaam onder stress staat, produceert het cortisol, een hormoon dat kan leiden tot gewichtstoename. Cortisol kan het hongergevoel verhogen, vooral voor voedingsmiddelen die rijk zijn aan vet en suiker, en kan bijdragen aan de opslag van buikvet. Bovendien kan chronische stress het vermogen van het lichaam om voedingsstoffen te verwerken belemmeren, waardoor het moeilijker wordt om af te vallen. Het kan ook leiden tot slaapproblemen, vermoeidheid en emotioneel eten, wat het afvallen nog moeilijker kan maken.
4. Te weinig lichaamsbeweging: Lichaamsbeweging is belangrijk bij het afvallen omdat het helpt om calorieën te verbranden en bijdraagt aan de opbouw van spiermassa, wat het metabolisme kan verhogen. Als je niet genoeg beweegt, kan dit betekenen dat je minder calorieën verbrandt dan je consumeert, waardoor je niet afvalt. Ook kan het leiden tot verlies van spiermassa, wat op zijn beurt weer kan leiden tot een vertraagd metabolisme. Dit komt omdat spieren meer calorieën verbranden dan vetweefsel, zelfs in rust.
5. Oestrogeendominantie is een hormonale disbalans waarbij er een overmaat aan oestrogeen in het lichaam is in verhouding tot andere hormonen, zoals progesteron. Oestrogeendominantie kan verschillende symptomen veroorzaken, waaronder gewichtstoename en moeilijkheden bij het afvallen.Wanneer er een overmaat aan oestrogeen in het lichaam is, kan dit leiden tot een verhoogde insulineresistentie en een vertraagd metabolisme, wat het moeilijker kan maken om gewicht te verliezen. Oestrogeendominantie kan ook bijdragen aan de ophoping van vet rond de buikstreek, wat het risico op gezondheidsproblemen kan verhogen. Bovendien kan oestrogeendominantie leiden tot een verhoogde eetlust en verlangen naar koolhydraten, wat kan leiden tot overeten en gewichtstoename.
6. De schildklier is een klier in de nek die verantwoordelijk is voor de productie van hormonen die het metabolisme regelen. Als de schildklier niet goed functioneert en te weinig hormonen produceert, kan dit leiden tot een vertraagd metabolisme, wat soms wordt aangeduid als ‘schildklier spaarstand’. Een vertraagd metabolisme kan het moeilijker maken om af te vallen omdat het lichaam minder calorieën verbrandt in rust. Mensen met een traag werkende schildklier (hypothyreoïdie) kunnen symptomen ervaren zoals gewichtstoename, vermoeidheid, koude intolerantie, en een trage hartslag. Gewichtstoename kan een symptoom zijn van hypothyreoïdie omdat het lichaam minder calorieën verbrandt in rust, en mensen met hypothyreoïdie hebben vaak een verminderde eetlust en verlangen naar koolhydraten.
7. Leptine is een hormoon dat door vetcellen wordt geproduceerd en dat een belangrijke rol speelt bij het reguleren van het lichaamsgewicht en de eetlust. Het geeft aan het lichaam door dat er voldoende vetreserves zijn en het vermindert het hongergevoel. Bij leptineresistentie reageert het lichaam niet meer goed op het leptinehormoon, waardoor er meer van wordt aangemaakt. Dit kan leiden tot overmatige eetlust en gewichtstoename. Leptineresistentie kan verschillende oorzaken hebben, waaronder een ongezonde voeding, te weinig lichaamsbeweging, slaapgebrek en stress. Het kan ook geassocieerd zijn met bepaalde medische aandoeningen, zoals insulineresistentie, obesitas en het metabool syndroom.
8. Slecht slapen kan een negatieve invloed hebben op het vermogen om af te vallen. Er zijn verschillende manieren waarop slaapgebrek kan bijdragen aan gewichtstoename:
- 1. Veranderingen in hormonen: Een gebrek aan slaap kan leiden tot veranderingen in hormonen die de eetlust en het hongergevoel reguleren. Bijvoorbeeld, slaapgebrek kan leiden tot verhoogde niveaus van het hormoon ghreline, dat de eetlust stimuleert, en lagere niveaus van het hormoon leptine, dat het hongergevoel onderdrukt.
- 2. Minder energie: Als je moe bent, kan het moeilijker zijn om de motivatie te vinden om te sporten of om gezonde voedingskeuzes te maken. Bovendien kan een gebrek aan slaap leiden tot een verminderde stofwisseling, waardoor het lichaam minder calorieën verbrandt in rust.
- 3. Ongezonde voedingskeuzes: Mensen die slaapgebrek hebben, hebben vaak meer trek in calorierijke voedingsmiddelen en hebben meer kans op het maken van ongezonde voedingskeuzes.
9. Emoties, gedachten, overtuigingen en een negatief zelfbeeld kunnen een negatieve invloed hebben op het vermogen om af te vallen. Hier zijn een paar manieren waarop dit gebeurt:
- Emotioneel eten: Mensen die emoties hebben die ze niet goed kunnen beheersen, kunnen meer kans hebben op “emotioneel eten”, waarbij ze voedsel gebruiken om zichzelf te troosten of te kalmeren. Deze voedingsmiddelen zijn vaak hoog in calorieën en kunnen het afvallen bemoeilijken.
- Negatieve gedachten en overtuigingen: Mensen die negatieve gedachten en overtuigingen hebben over zichzelf en hun vermogen om af te vallen, kunnen zichzelf saboteur en minder gemotiveerd voelen om gezonde keuzes te maken. Als je bijvoorbeeld gelooft dat je nooit succesvol kunt afvallen, is de kans groot dat je minder gemotiveerd bent om gezonde voedingskeuzes te maken of om te sporten.
- Lage zelfwaardering: Een negatief zelfbeeld kan leiden tot verminderde motivatie, zelftwijfel en het vermijden van sociale situaties, wat kan bijdragen aan het niet slagen van een afvalpoging. Om deze barrières voor gewichtsverlies te overwinnen, is het belangrijk om je bewust te worden van je emoties, gedachten en overtuigingen en om te leren hoe je ze kunt beheersen en ombuigen naar positieve motivaties. Zelfcompassie en zelfacceptatie zijn belangrijke factoren voor een gezonde relatie met voedsel en lichaamsbeeld.
10. Een gezonde spijsvertering is belangrijk voor het vermogen om af te vallen. Hier zijn een paar redenen waarom:
- Voedingsstoffen opnemen: Een gezonde spijsvertering zorgt ervoor dat je lichaam de voedingsstoffen uit het voedsel dat je eet kan opnemen en gebruiken. Als je spijsvertering niet goed werkt, kan het zijn dat je lichaam niet alle voedingsstoffen opneemt die het nodig heeft om gezond te blijven, waardoor je lichaam mogelijk hongeriger wordt en het moeilijker wordt om af te vallen.
- Reguleren van de bloedsuikerspiegel: De spijsvertering speelt ook een belangrijke rol bij het reguleren van de bloedsuikerspiegel. Als je bijvoorbeeld voedsel eet dat rijk is aan suiker of koolhydraten, kan dit leiden tot pieken en dalen in je bloedsuikerspiegel, wat kan bijdragen aan hongergevoelens en overeten. Een gezonde spijsvertering kan helpen om deze pieken en dalen te voorkomen en kan bijdragen aan een stabiele bloedsuikerspiegel.
- Verwijderen van afvalstoffen: Een gezonde spijsvertering zorgt er ook voor dat afvalstoffen uit het lichaam worden verwijderd. Als je spijsvertering niet goed werkt, kan dit leiden tot opstopping en constipatie, wat kan bijdragen aan een opgeblazen gevoel en gewichtstoename